ORDE PASSERIFORMES Zangvogels

SUBORDER OSICINES

Familie Irenidae.

Irene buulbuuls horen ook tot de bladvogels. Er zijn twee soorten bekend waarvan slechts één soort door een klein aantal liefhebbers wordt gehouden.

Over de juiste indeling van de Indische blauwrug zijn de systematici het nog steeds niet eens.

Sommigen hebben hem bij de buulbuuls ingedeeld ( daardoor is de naam Irene buulbuul langzaam ingeburgerd), weer anderen bij de wielewalen, de skeletstructuur gaat in de richting van de Oriolidae, maar de broedgewoonte is weer afwijkend. De meeste echte Oriolidae bouwen een diep komvormig nest, dat veelal aan een hoge tak hangt en de incubatietijd bedraagt 16 - 18 dagen.

De Irena bouwt echter een open komvormig nest dat vrij ondiep is en zich veelal in lage struiken bevindt, terwijl ook de incubatietijd korter is, nl 13 dagen.

Verder zijn de jongen van de Oriolidae bedekt met licht, veelal wit dons, terwijl de jongen van de Irena donker dons hebben.

Deze karakteristieke eigenschappen brengen de Indische blauwrug dichter bij de Iora's en de bladvogels. Daarom wordt de Irena algemeen beschouwd als een van de drie groepen, die tezamen de familie Irenidae vormen.

De Indische blauwrug wordt aangetroffen in de Noordoostelijke delen van India en Birma, maar soortgenoten worden nog elders aangetroffen, naar het zuiden tot Sri Lanka en Oostwaarts in Thailand, Vietnam en Maleisië. Verder komen er nog Irena's voor  op de Filippijnen, Indonesië en omliggende eilanden. 

De vogels zijn ongeveer 27 à 28 cm groot. De ondersoorten variëren in grootte, kleur en bevedering.

De vogels vragen een goed beplante buitenvolière voorzien van een binnenverblijf wat tegen de kou verwarmd kan worden.

De pop bouwt van kleine twijgjes, grof gras een ondiep komvormig nest, de binnenzijde wordt afgewerkt met fijne grassen en hondenhaar. Om ze een aanzet te geven is een omdiep mandje of merelnest aangebracht in een ondiepe struik op zijn plaats.

Tijdens de broedtijd kunnen deze vogels tegenover soortgenoten en kleinere vogels agressief zijn.

De pop maakt geheel in haar eentje het nest klaar, wat ongeveer 3 dagen duurt.

Er worden 2- 3 eieren gelegd, die alleen door de pop bebroedt worden. De broedduur is 13 dagen. Op een dieet van levend voer: meelwormen, krekels, wasmotten, e.d. worden de jongen grootgebracht. Het is aan te bevelen tijdens de opfok ook wat kleingesneden tahoe aan het voer toe te voegen. Op een leeftijd van 14 dagen verlaten de jongen het nest en als ze 4 weken oud zijn zitten ze volledig in de veren, zijn ongeveer op de juiste grootte en lijken dan op de pop. Als ze 6 weken zijn gaan ze zelfstandig eten.

Met deze vogels wordt regelmatig bij de liefhebbers gefokt.